Monday, March 31, 2008

DE RACE VAN JE LEVEN

Aangekomen bij het startterrein aan de voet van de Verazano Bridge is het eerst zaak de hele troep bij elkaar te krijgen. De Raddisson-groep verzamelt op een kruispunt van de drie startkleuren en krijgt al snel aansluiting van de QualityInn-lopers. Met René, die vanuit het Warwick komt, hebben we wat moeite om hem telefonisch naar ons verzamelpunt te loodsen omdat hij via een andere ingang op het terrein is gekomen. Als René tenslotte toch 'terecht' is zoeken wij en groupe een stekkie in het groene vak waar Het Grote Wachten kan beginnen. In een soort Woodstockachtige sfeer verliep de tijd tergend langzaam ondanks de opzwepende klanken van een plaatselijke rockband. Liggend op het gras gehuld in vuilniszakken en ander plastic en luisterend naar covers als Sweet Home Alabama was er nog genoeg tijd voor een laatste banaantje en zelfs een klein schoonheidsslaapje in een heerlijk ochtendzonnetje. Uiteraard werd er nog een bezoek aan het toilet gebracht gevolgd door nog maar een bezoek aan het toilet en tenslotte nog een bezoek aan het toilet: Gelukkig stonden er op het terrein honderden chemoplees om de oplopende spanning bij de lopers op te vangen. Een kwartier voor de officiele start zochten wij een plekje op de grid van het groene startvak langs de Verezano. Aan de zijkant onder de brug stonden New Yorkers te wachten om na de start het terrein te betreden om achtergelaten kleding in te zamelen. Nog voor de start was Wim zijn in Korea Town gekochte TigerJack al kwijt aan een NY-Mex en had ook mijn oude Nike-jack al een nieuwe eigenaar gevonden. Dit alles onder toeziend oog van zwaar bewapende militairen die vanaf de kazernedaken op de wachtende massa toekeken.

Na het startschot van 10.10 uur duurde het nog lang voordat er beweging kwam in onze rij, maar om 10.40 uur liepen wij met 8 man de Verazano Bridge op. Tot de top hebben we samen gelopen daarna viel de groep uiteen, dus we hebben welgeteld 1 mile met elkaar gelopen. Samen met Andrew, Jochem en Adriaan liepen wij Brooklyn in waar wij kennis maakte met het fantastische Amerikaanse publiek. Het enthousiasme van deze mensen is echt onbeschrijfelijk. Wij hadden onze voornamen groot op onze borst laten drukken en dat was te merken. In het begin turften we in ons hoofd nog het aantal keren dat je naam werd geroepen, maar daar was al snel geen bijhouden meer aan. "Looking Good, Wood", "Wood, Andrew you rock!", iedereen was gekomen om ons aan te moedigen, zelfs de brandweermannen van New York - die sinds 9/11 de helden van New York zijn - scandeerden onze namen door hun megafoons. Overweldigend allemaal, je loopt gewoon in een trance langs duizenden fans. Het eerste kwart probeerde ik tussendoor ook nog Lou mobiel te bereiken om te zeggen dat wij pas om 10.40 gestart waren, maar dat wilde niet lukken. Aanvankelijk werkte het bereik niet mee maar later was de telefoon minder vochtbestendig dan ik gehoopt had. Hierdoor zijn onze meiden helaas uit Brooklyn vertrokken zonder ons te zien: Te vroeg bleek achteraf, maar zij waren bang dat zij ons anders ook zouden missen bij de Queensboro Bridge.

Het lopen ging de eerste helft erg soepel, gedragen door het publiek en vooruitgeblazen door het geluid van scheurende gitaren en de vrolijke klanken van gospelkoortjes langs de weg. Het was bijna jammer dat je niet kon blijven hangen bij een van de vele fantastische bandjes onderweg.

Na 15 miles kwam de Queensboro Bridge - een echte k-brug. Jeetje, wat was die brug zwaar en de meeste van onze lotgenoten beklommen deze brug in wandelpas. Andrew en ik bleven rennen, want na de brug stonden onze lieve vrouwen ons op te wachten. Onderaan de brug met de bocht naar links liepen we recht in hun armen, heerlijk moment maar helaas van korte durr, want wij waren nog maar net over de helft: First Avenue, The Bronx, Brooklyn en Central Park moesten nog worden overwonnen. De eerste helft van de race had ik nog enthousiast gedacht "dit is zó fantastisch, dit wil ik volgend jaar weer doen!!!!" Lopend op First Avenue werd dit euforische gevoel toch echt minder en op de brug naar de Bronx was dit gevoel gewoon even helemaal weg. Het was nog steeds allemaal super en fantastisch, maar nog een keer lopen, nee, dat leek mij toch geen goed plan. Dat New York is een groot vals plat en dat begint aan je te knagen naarmate de kilometers toenemen. De Gatorade die bij de drinkposten op straat ligt begint naarmate het parcours vordert meer en meer op superlijm te lijken die je schoenen vastplakt aan het asfalt.
Angels of Harlem
Als je na de Bronx en Harlem het Central Park hebt bereikt, hoop je na elk bochtje de finish tekunnen zien: Ik was er wel klaar mee. Gelukkig bleef het publiek je vooruit schreeuwen en waren er de spandoeken en borden met inspirerende teksten als "Pain is temporary, Pride is forever"of "Nobody quits in my neighbourhood". Vlak voor de finish stonden onze vrouwen nog op ons te wachten. Zij hebben ons gezien en dachten dat wij hen gezien hadden, dat wij ze echt hebben aangekeken. Andrew en ik weten echter van niets. Of wij ze echt niet hebben gezien of dat onze hersenen te moe waren om het te registreren zullen wij nooit weten, maar gelukkig hebben we de foto's nog!

De laatste meters, hoewel ligt stijgend, waren goddelijk. Heerlijk om over die finishlijn heen te komen en een volkomen gelukkig gevoel als je die medaille na 4 uur en 43 minuten hard labour krijgt omgehangen. Daarna wordt het even minder als je komt stil te staan in een file van finishers. Dat stilstaan is echt funest voor je bovenbenen. Andrew en ik zijn ergens tussen een hek doorgekropen naar een rustig deel van het park waar we in ieder geval konden blijven bewegen. Wij hadden alleen beide geen idee hoe we uit het park moesten komen en na wat omzwervingen en directions van wandelaars kwamen wij bij Central Park West uit het park. Wij hadden geen idee waar de anderen waren en mijn telefoon was nog steeds out. Ik kon gelukkig een telefoon lenen van een Nederlandse finisher. Bij Lou ingesproken dat wij alvast naar het hotel gingen en dat wij aan de bar te vinden zouden zijn. Terwijl wij richting een metrostation op Broadway liepen werden wij door wildvreemden gefeliciteerd met onze prestatie. Op Columbus zag ik plotseling één van de op dat moment zeer schaarse vrije taxis stoppen en wist er met mijn laatste energie nog een sprint uit te trekken zodat ik hem net voor een stel winkelende dames kon wegkapen. Wel niet de meest hoffelijke actie allertijde, maar jammer maar helaas, ik wilde naar huis! In het hotel aangekomen snel douchen, omkleden en naar de bar voor een paar welverdiende biertjes. Wij waren al een paar biertjes verder toen Tanjim en Marilou het hotel binnenkwamen, even later gevolgd door Wim, Henk en Floor die met een riksja thuis waren gekomen voor de schappelijke ritprijs van $75,00. Het weerzien was een prachtig moment en de verhalen vloeiden rijkelijk samen met het bier.